Wetswijziging woonplaatsbeginsel: informatie voor jeugdhulpaanbieders
Per 1 januari 2022 treedt de wetswijziging woonplaatsbeginsel in werking. In dit bericht informeren we jeugdhulpaanbieders over de gevolgen van deze wijziging.
Wat houdt de wetswijziging in?
Het huidige woonplaatsbeginsel is gebaseerd op de woonplaats van de gezagsdrager van een jeugdige. Het nieuwe woonplaatsbeginsel gaat uit van de woonplaats waar de jeugdige staat ingeschreven op het moment van de zorgvraag. Voor gemeenten en zorgaanbieders betekent de implementatie van het nieuwe woonplaatsbeginsel een (administratieve) verandering. Meer informatie leest u op de website van de VNG.
Hoe krijgt u een toewijzing voor 'verhuizende jeugdigen'?
De verantwoordelijke gemeente (volgens het nieuwe woonplaatsbeginsel) neemt contact met u op. Van die gemeente ontvangt u een 301-bericht (toekenning start zorg). De overeenkomst die u heeft met de gemeenten dient als basis. Is de latende gemeente een gemeente buiten Noordoost-Brabant? Vraag dan een of meer bij u ingekochte bouwstenen uit het productenboek aan.
Conversie
Op dit moment vindt een conversie plaats van 2021 naar 2022. U kunt informatie zoals volume van ‘verhuizende jeugdigen’ meenemen in de conversie die plaatsvindt. Idealiter neemt u deze informatie mee bij de ‘nieuwe gemeente’. Latende gemeenten worden verzocht de nieuwe gemeenten te informeren over de door u aangeleverde informatie.
Is het juiste product niet bij u ingekocht?
Heeft u een overeenkomst met de regio Noordoost-Brabant, maar is de zorg die voor uw cliënt is ingekocht niet passend? Neem dan contact op met uw accountmanager.
Heeft u geen overeenkomst met de gemeenten van Noordoost-Brabant?
Wanneer u volgens onze gegevens zorg levert aan één of meer jeugdigen als gevolg van de wetswijziging woonplaatsbeginsel, maar geen overeenkomst heeft, ontvangt u van ons separaat bericht.
Heeft u nog vragen?
Neem gerust contact met ons op via RIOZ@s-hertogenbosch.nl.