In het 7-Stappenplan Wmo is het hele proces beschreven in 7 stappen: van de eerste integrale vraaganalyse met de cliënt tot het afsluiten van de Wmo-zorg. In elke stap is beschreven welke taak Toegang, de zorgaanbieder en de backoffice van de gemeente hebben.
Contactgegevens toegangsteams
De contactgegevens van de toegangsteams per gemeente vind je hier.
Toegang onderzoekt wat de uitgangssituatie is, en gaat na welke hulpvragen er zijn voor wat betreft de cliënt. Daarbij wordt eventueel gebruikgemaakt van aanvullende expertise.
De cliënt en Toegang bepalen samen aan welke doelen moet worden gewerkt. En wat het resultaat van de inzet moet zijn. Er wordt gekeken welke benodigde hulp kan worden opgepakt binnen de eigen mogelijkheden, voorliggende voorzieningen en algemene voorzieningen. Daarnaast gaat Toegang na welke hulp er al is ingezet bij de cliënt. Toegang maakt een onderzoeksplan wat door de cliënt wordt ondertekend. Dit onderzoeksplan dient als de aanvraag.
Toegang bepaalt welke aanbieder geschikt is. Samen met deze aanbieder gaat Toegang na welke inzet nodig is om antwoord te kunnen geven op de gestelde hulpvragen. Dit leidt tot een arrangement, passend bij de uitgangssituatie van de cliënt.
Toegang stuurt het ondertekende onderzoeksplan naar de backoffice van de gemeente. De gemeente stuurt een Toewijzing Wmo (WMO301-bericht) naar de aanbieder. De aanbieder maakt de aanvraag en beschikking op. Als de cliënt akkoord geeft, wordt het onderzoeksplan verzonden naar de aanbieder. De aanbieder weet dan aan welke doelen er gewerkt moet worden.
Bij het starten van de zorg, stuurt de zorgaanbieder een bericht ‘Start zorg’ via het GGK berichtenverkeer (WMO305). Dit bericht wordt verwerkt door de gemeente die volgens het woonplaatsbeginsel verantwoordelijk is. De gemeente stuurt een ontvangstbevestiging naar de aanbieder (WMO306).
Toegang monitort de zorg. Als het nodig is heeft Toegang contact met de zorgaanbieder over de voortgang. Ook heeft Toegang na 3 en/of 6 á 12 maanden contact met de cliënt over de voortgang. Als de hulp gewijzigd moet worden, dan dient de aanbieder een bericht 'Stop zorg' (WMO307) in bij de gemeente die de toewijzing voor hulp heeft afgegeven. De zorgaanbieder vermeldt in dit bericht de reden van het stoppen van de zorg. De backoffice verwerkt dit bericht en stuurt een ontvangstbevestiging (WMO308). Als de hulp op een andere manier moet worden vervolgd, dan gaat de aanbieder hiervoor in overleg met Toegang.
De declaratie van de kosten loopt via het berichtenverkeer. De werkelijk geleverde zorg wordt afgerekend.